Er zijn twee soorten leerstoornissen: dyslexie en dyscalculie. Dyslexie is een probleem met lezen en/of spellen op woordniveau. Het lezen gaat moeizaam en dit uit zich op verschillende manieren vb. een leerling leest veel radende fouten of gaat juist heel spellend/analyserend te werk, soms wordt er nog erg woord voor woord gelezen… Deze technische leesfouten staan vaak het leesbegrip in de weg.
Als een leerling moeite heeft met spelling, dan heeft hij meestal een beperkt inzicht in het spellingssysteem. Daarnaast kan de leerling het moeilijk vinden om zich goed auditief te richten. Deze leerlingen hebben moeite met het toepassen van spellingregels en schrijven woorden vaak zoals ze die horen.
Bij dyscalculie hebben leerlingen problemen met rekenen/wiskunde. Ze hebben dan vaak veel moeite met getallenkennis, hoofdrekenen, cijferen, breuken, … maar ook met meetkunde en metend rekenen. Voordat we over een leerstoornis kunnen spreken, moeten we aantonen dat het om een hardnekkig probleem gaat. Dit is het geval als de vooruitgang na minstens 6 maanden individuele logopedische begeleiding beperkt blijft.
Taalontwikkeling verloopt volgens een bepaald patroon. Als een kind die ontwikkeling niet helemaal volgt, dan spreken we ofwel over een vertraagd ofwel over een afwijkend verloop. De taalproblemen situeren zich dan op alle taalgebieden: de morfologie (grammatica van het Nederlands), de semantiek (woordenschat), de syntaxis (zinsbouw) en de pragmatiek (taalgebruik). Er wordt tijdens de logopedische begeleiding op alle taalgebieden gewerkt. Als de problemen na een periode van individuele begeleiding nog persisteren dan spreken we van dysfasie. Als de taalachterstand veroorzaakt wordt door een verstandelijke beperking, een gehoorstoornis of door een beperkt Nederlands taalaanbod, dan spreken we van een secundaire taalontwikkelingsstoornis.
Onze taal kan echter ook verstoord worden door een niet-aangeboren hersenletsel zoals een CVA. In dat geval spreken we van een verworven taalstoornis. Logopedie kan dan helpen om de gesproken maar ook geschreven taal te verbeteren. Volwassenen met een afasie kunnen bij mij terecht voor taalbegeleiding.
Er zijn twee soorten articulatieproblemen bij kinderen:
Onder myofunctionele problemen verstaan we foutieve mondgewoonten zoals het ademen door de mond, foutief slikken, duimzuigen, een lage tongligging,… Deze gewoonten zorgen ervoor dat de articulatie verstoord wordt. Ze kunnen leiden tot een foutieve kaak- en tandenstand. Bij deze problematiek wordt er vaak nauw samengewerkt met een tandarts of orthodontist.
Copyright © All Rights Reserved